SBTi FLAG: hoe de food- en agrisector landemissies kan aanpakken

De food- en agrisector staat wereldwijd steeds nadrukkelijker in de schijnwerpers vanwege het besef dat ook landgebruik, ontbossing en voedselproductie een doorslaggevende rol spelen in het behalen van de wereldwijde klimaatdoelen. Deze sector wordt namelijk significant geraakt door klimaatverandering, maar vormt tegelijkertijd een belangrijk deel van de oplossing. Tussen 1961 en 2021 heeft bijvoorbeeld 21% minder landbouwproductiviteitsgroei wereldwijd plaatsgevonden door klimaatverandering, terwijl de sector tegelijkertijd de mogelijkheid heeft om via emissiereducties tot wel 37% van de wereldwijde mitigatie te realiseren tegen 2030. Hierdoor neemt de druk op bedrijven in deze sector toe. Overheden, investeerders en ketenpartners verwachten dat organisaties inzichtelijk maken hoe hun activiteiten bijdragen aan landgerelateerde emissies. 

Om de klimaatimpact van landbouwactiviteiten, bosbouw en (verandering in) landgebruik beter te kunnen meten en sturen, zijn er de afgelopen jaren belangrijke stappen gezet in internationale standaarden. Het Science Based Targets initiative (SBTi) heeft bijvoorbeeld de Forest, Land and Agriculture (FLAG)-standaard ontwikkeld. Ook publiceerde het GHG Protocol de Land Sector and Removals (LSR) Guidance. Samen zorgen deze kaders voor meer duidelijkheid, vergelijkbaarheid en ambitie in een sector die cruciaal is voor de wereldwijde klimaattransitie. In deze blog bespreken we wat de SBTi FLAG-standaard inhoudt, hoe deze samenhangt met de LSR Guidance, en wat dit betekent voor bedrijven in de food- en agrisector.

SBTi-FLAG

De SBTi-FLAG-standaard (Forest, Land and Agriculture) richt zich op bedrijven in de voedingsindustrie, landbouw, bosbouw en landgebruik die hun emissies en CO₂-verwijderingen uit land‐ en natuurgerelateerde activiteiten willen vastleggen en reduceren. FLAG heeft een andere aanpak dan de reguliere SBTi-methodiek voor energie en industrie, omdat het naast directe emissies ook rekening houdt met verwijdering (removals) en veranderingen in landgebruik. De voornaamste verschillen tussen de FLAG aanpak en die voor energie en industrie zijn: 

• Bij energie en industrie staan fossiele brandstoffen en directe emissies centraal (scope 1, scope 2 en scope 3). Bij FLAG draait het om ontbossing, landconversie, bodem‐ en mestemissies en biogene CO₂-verwijdering.
• FLAG vereist aparte doelstellingen voor land‐ en natuurgerelateerde emissies en maakt onderscheid tussen FLAG-doelen en non-FLAG (energie/industrie)-doelen. 
• Voor bedrijven geldt dat als meer dan 20% van de totale emissie (scope 1-3) uit landgerelateerde activiteiten komt, zij verplicht zijn om voor SBTi een FLAG-target te stellen bovenop de energie/industrie-target. 

Relatie met de Land Sector and Removals (LSR) Guidance

De SBTi FLAG-standaard bouwt direct voort op de Land Sector and Removals Guidance van het Greenhouse Gas Protocol. Waar SBTi richtlijnen geeft voor het formuleren van reductiedoelen, biedt de LSR-Guidance de methodologie voor hoe organisaties landgerelateerde emissies moeten meten en rapporteren. Deze guidance bevindt zich momenteel in het reviewproces, en is dus aan veranderingen onderhevig. 
De LSR-Guidance breidt het bestaande GHGP uit door bedrijven te verplichten land gerelateerde emissies en removals (zoals biomassagroei) structureel op te nemen in hun inventaris. Zo ontstaat een vollediger beeld van de klimaatimpact van de landsector. 
Voor bedrijven die een  SBTi FLAG-doelstelling willen hebben, betekent dit dat hun emissie-inventaris in lijn moet zijn met deze LSR-regels. Alleen dan kunnen de SBTi-doelen worden gevalideerd.

Uitdagingen en kansen

Veel bedrijven in de food- en agrisector willen zelf, of op verzoek van ketenpartijen of investeerders hun land gerelateerde emissies in kaart brengen. Zo heeft Ahold Delhaize bijvoorbeeld hun grootste leveranciers gevraagd SBTi-doelen vast te stellen. Het inzetten van SBTi FLAG helpt hierbij, maar brengt ook specifieke uitdagingen met zich mee. Zo vinden veel emissies plaats bij leveranciers en boeren, waardoor data vaak gefragmenteerd of niet gestandaardiseerd zijn. Het onderscheid tussen FLAG en non-FLAG-emissies kan verwarrend zijn. Het apart boekhouden van emissies door landgebruik, ontbossing en CO₂-verwijdering via bodems of bosbeheer voegen complexiteit toe. In totaal zijn er ruim 20 soorten FLAG-emissies, waarbij niet elke soort emissie van toepassing is op elke emissiecategorie. In onderstaande tabel is te zien dat voor Land management net removals en gross biogenic land CO2 emissions niet alle scope 3 categorieën van toepassing zijn.  
 
Bron: Sample Reporting Template - Part 1 (Draft for Pilot Testing and Review) 

Tegelijkertijd zijn er duidelijke kansen. Bedrijven die ketensamenwerking initiëren en betrouwbare data combineren met publieke bronnen, kunnen hun reducties effectief sturen. Regelmatige herziening en validatie van de emissie-inventaris zorgt voor transparantie en consistentie. 

Zo kondigde Arla Foods aan dat zij haar klimaatdoelstellingen heeft aangepast in lijn met de SBTi-FLAG-richtlijnen. Arla Foods stelde daarbij twee nieuwe Scope 3 doelen: 

• Een afname van 30,3% CO2e voor rauwe melk en extern ingekochte wei (een bijproduct van melk) tussen 2020 en 2030 (FLAG).
• 82,6% van haar leveranciers (gemeten naar emissies) moeten uiterlijk 2029 een SBTi-doelstelling hebben (non-Flag).

Deze stap onderstreept Arla’s strategie om niet alleen de eigen processen, maar ook land- en ketengerelateerde emissies in kaart te brengen en te reduceren. Arla geeft hiermee een concreet voorbeeld van hoe bedrijven in de food- en agrisector via SBTi-FLAG een integrale reductiestrategie kunnen opzetten.

Interesse aangewakkerd? 

Benieuwd wat FLAG concreet voor je organisatie kan betekenen? Neem dan contact met ons op via jonah@2impact.nl. Samen kijken we hoe we specifiek kunnen ondersteunen bij het in kaart brengen van FLAG-emissies. Wil je meer weten en in gesprek gaan met andere organisaties die in een vergelijkbare situatie zitten? Meld je dan aan voor onze Share & Learn over SBTi inclusief FLAG.

Lees ook onze eerdere blogs over het SBTi-proces, de voorgestelde updates voor de SBTi Net-Zero Standaard en biogene emissies.