Biogene emissies in carbon accounting

2Impact
vrijdag 29 augustus 2025

Biogene emissies in carbon accounting

 

Biogene CO₂ verwijst naar koolstofemissies die afkomstig zijn van biologische bronnen zoals planten, biomassa en biogas. Wanneer deze materialen worden verbrand of verwerkt, komt de koolstof die ze bevatten weer in de atmosfeer terecht. Vaak wordt aangenomen dat dit “neutraal” is, omdat de koolstof tijdens de groei is vastgelegd. In werkelijkheid hangt de impact echter af van factoren zoals de hergroeiperiode en de duurzaamheid van de bron. Dit maakt biogene emissies complexer dan ze lijken, en hun behandeling binnen carbon accounting kan grote invloed hebben op de nauwkeurigheid van rapportages en de effectiviteit van klimaatstrategieën.

In deze blog verkennen we hoe biogene emissies worden behandeld in raamwerken zoals het GHG Protocol, CSRD, SBTi en CDP, welke valkuilen er bestaan in de rapportage, en waarom het essentieel is dat bedrijven deze emissies serieus meenemen.

Hoe toonaangevende raamwerken biogene emissies behandelen

Het belang van biogene emissies klinkt steeds vaker door in Europese beleidsdebatten. De Europese Commissie erkent biogene koolstofverwijdering, met name via landgebruik en carbon farming, als een belangrijke pijler in de klimaatstrategie. De European Biogas Association (EBA) juicht het voorstel van de EU toe om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2040 met 90% te reduceren, en benadrukt dat biogas en biomethaan niet alleen kunnen bijdragen aan emissiereductie, maar ook restemissies kunnen opvangen – een kosteneffectieve en schaalbare route. Dit onderstreept dat biogene emissies niet genegeerd mogen worden in de klimaatboekhouding van bedrijven of toezichthouders.

Het GHG Protocol schrijft voor dat bedrijven biogene CO₂ apart moeten rapporteren van fossiele emissies, in plaats van deze simpelweg op nul te zetten. Eind 2025 publiceert het GHG Protocol een Land Sector and Removals Guidance die verder zal verduidelijken hoe bedrijven biogene producten en activiteiten moeten opnemen in hun emissie-inventaris, voortbouwend op de Corporate Standard en Scope 3 Standard.

De CSRD en de klimaatrichtlijn ESRS E1 verplichten bedrijven eveneens om hun bruto broeikasgasemissies te rapporteren, inclusief biogene emissies, samen met de gebruikte methoden en aannames. Ook in de laatste voorgestelde aanpassingen van de ESRS (Exposure Drafts) staat expliciet dat bedrijven biogene CO₂-uitstoot uit de verbranding of biodegradatie van biomassa apart moeten rapporteren van de emissiescopes (E1-8). Dit toont aan dat EU-regelgevers dit onderwerp nog steeds als zeer relevant beschouwen.

Ook buiten de EU wordt dit bevestigd. De Science Based Targets initiative (SBTi) beveelt aan dat bedrijven directe biogene CO₂-emissies en verwijderingen door bio-energie apart rapporteren en meenemen binnen de scope van hun klimaatdoelen. Eveneens verplicht de CDP bedrijven binnen module 7 (Environmental Performance – Climate Change) om biogene emissies (inclusief CO₂, CH₄ en N₂O) apart te rapporteren bij het opstellen van doelstellingen en inventarissen, in lijn met het GHG Protocol.

Voorbeelden van het rapporteren van biogene emissies

Organisaties kunnen biogene emissies in drie stappen aanpakken:

  1. Identificeer bronnen zoals biomassa-verbranding, biobrandstoffen of organisch afval.
  2. Kwantificeer emissies met behulp van emissiefactoren die consistent zijn met het GHG Protocol.
  3. Rapporteer apart van fossiele CO₂, inclusief heldere methoden en aannames. 

Belangrijke sectoren die bijdragen aan biogene emissies zijn onder andere de bio-ethanolproductie, biomassacentrales, afval-naar-energie-installaties en de pulp- en papierindustrie. Sommige bedrijven passen deze aanpak al toe. Zo rapporteert Drax Group biogene CO₂ als een apart “memo item” buiten Scope 1–3, in lijn met het GHG Protocol. Eveneens maakt Ørsted onderscheid tussen biogene emissies uit biomassa-verbranding en fossiele emissies in haar jaarverslag, om transparantie te vergroten.

Misverstanden en kansen

Een veelvoorkomend misverstand is dat biogene CO₂ automatisch “koolstofneutraal” is. Hoewel het klopt dat planten en biomassa CO₂ opnemen tijdens de groei, hangt de klimaatimpact van het weer vrijkomen sterk af van factoren zoals de hergroeiperiode en de duurzaamheid van de bron.

Een andere valkuil is het weglaten van biogene emissies uit bedrijfsrapportages, wat kan leiden tot een onderschatting van de totale klimaatvoetafdruk. Zowel het GHG Protocol als de CSRD verplichten daarom om deze emissies apart te rapporteren, niet om ze uit te sluiten.

Voor bedrijven is de behandeling van biogene emissies daarmee geen technische voetnoot meer, maar een integraal onderdeel van geloofwaardige klimaatrapportage. Het negeren van deze emissies brengt het risico op non-compliance met zich mee en ondermijnt de transparantie die investeerders en andere stakeholders steeds vaker verwachten.

Tegelijkertijd schept duidelijke rapportage kansen. Door biogene CO₂ apart te rapporteren, kunnen bedrijven aantonen dat ze in lijn zijn met internationale standaarden zoals het GHG Protocol en dat ze anticiperen op toekomstige EU-eisen. Dit zorgt niet alleen voor compliance, maar positioneert bedrijven ook als proactief en toekomstgericht in een steeds strenger gereguleerde omgeving.

Heb je vragen of is je interesse gewekt door dit artikel? Neem gerust contact op via esther@2impact.nl